BEVRIJDING MORKHOVEN - 5 SEPTEMBER 1944

 

BEVRIJDING MORKHOVEN -   5 SEPTEMBER 1944

Herman Willems (geboren in Morkhoven in 1934) geeft zijn eigen indrukken en herinneringen aan de oorlogs- en bevrijdingsperiode weer :

           

De  echte en de valse bevrijding van Morkhoven

De echte bevrijding op 5 september 1944 zou niets bijzonders geweest zijn, was er geen vals alarm aan voorafgegaan.  Weinigen van degenen die erover spraken, weten iets meer te zeggen over de echte bevrijding dan : “Ja, de Duitsers trokken zich terug en de Engelsen waren in Morkhoven, Noorderwijk, Olen-Centrum …
Aan het kanaal in Herentals, en vooral in De Aard in Geel, daar is nog hard gevochten  toen bij ons de oorlog al voorbij was.”  Zo eenvoudig is het verhaal.

In Morkhoven stonden Engelse kanonnen opgesteld.  Ze beschoten de toren van de Sint-Waldetrudisskerk.  De koperen obussen hebben lange tijd als trofee bij de mensen op de vensterbanken gestaan.

Ik zelf herinner mij de dag van de “blijde intocht van de Engelsen” nog heel goed.
Het was middag : wij waren thuis juist botermelkpap aan het eten, toen iemand de deur opentrok : “De Engelsen zijn er!”  Aan “den doktoor” (dokter Brosens) halverwege de Molenstraat had de bevrijdende Engelse tank halt gehouden, één tank.  Ik zie Jef Van Seppes (Heylen) er nog triomfantelijk opspringen.  Jef Van Seppes is een naam die niet weg te denken is uit de oorlogstijd van Morkhoven.) De dokter sprak enkele woorden engels. Dat vond ik fenomenaal. Ze dronken samen een borrel en de tank reed weg.
Morkhoven was bevrijd  !

 

De valse bevrijding

Even voordien had er in Morkhoven een andere bevrijding plaats gehad.  Jef Van Seppes bracht het grote nieuws aan dat de Engelsen op komst waren. Hij was met hen uit Mechelen meegekomen.
Jef was de laatste weken van de oorlog ondergedoken in Grimbergen bij een soldaat uit de mobilisatie.  Toen de Engelsen in Grimbergen toekwamen, was hij met hen mee opgetrokken. 
Hij had zich op zijn fiets aan een tank vastgehouden tot in Itegem. 
Daar was hij ze voorbij gestoken om ons de blijde boodschap te  brengen. 
Maar Jef wist niet dat die Engelsen naar Herenthout en zo via Rossum naar Noorderwijk zouden afslaan . 

Bij het nieuws was de neef van Jef, Eugeen Van Rompaey, een oud-strijder en krijgsgevangene, er als de kippen bij om de Belgische vlag uit te hangen.  “Ze zal voor lang hangen”, riep Eugeen in antwoord op de scepticus die hem uitlachte dat hij ze zo vroeg uithing. Heel de Molenstraat volgde. 
In kladden stonden we onze bevrijders op te wachten, toen in plaats van de bevrijders een achtergebleven groepje Duitsers vanuit Wiekevorst de bevlagde Molenstraat ingereden kwam, een tiental met paard en kar en per fiets.  Razend en zelf vol schrik begonnen zij in het wilde weg te schieten.  Wij vlogen in allerlei richtingen weg.
Bij ons thuis  - wij hadden staminé – zat het boven en in de hespenkelder vol volk.
Ze trokken de Belgische vlag rap binnen . 

Mijn zus Emma vluchtte binnendoor naar Noorderwijk om de mensen daar te verwittigen.
Haar lief woonde er. 

Van achter het gordijn zagen we ‘Suskou’ tussen de kogelregen door de steenweg oversteken naar Fons Steurs, de gewezen wereldkampioen worstelen, bij wie ze in het huishouden hielp. 
Ze was doof en was zich van geen gevaar bewust.

Plots vielen twee Duitsers brullend bij ons binnen.  Paniek.  Enkelen hielden zich klaar om langs achter door het raam naar beneden te springen.  Ons moeder was in de stamine.  Ze moesten een sigaar hebben.  Ons moeder gaf hen elk één. Ze eisten de hele kist.  Ons moeder weigerde.
Wij hoorden het aan.  Toen ze de revolver op haar borst kreeg, gaf ze toe.  Het had veel erger gekund.

De vlag bij Van Rompaey heeft inderdaad niet lang gehangen.  De soldaten rukten de vlaggestok uit de haken en vielen de ‘messing’  (binnenhof  van de boerderij) binnen. 
Hier stond een groepje vrouwen. Eugeen was op de hooischef gewipt boven de paardestal. 
Ze moesten zijn paard hebben.  De Duitsers hadden al dikwijls paarden opgeëist . 
Daarom had Eugeen zijn paard vernageld (een nagel onder het hoefijzer in het vlees van de hoef geslagen).  Ze haalden hem buiten, maar gooiden de teugels razend in Josephines  gezicht toe ze zagen dat het mankte.  Inmiddels was Eugeen de schuur ingesprongen.  Dat hadden ze gehoord.  Ze trokken de schuurdeur open en hadden Eugeen te  pakken.  Een moment van koud zweet.  Daar is het bij gebleven : ze lieten hem gaan. 

Gelukkig hebben de enkele ‘witten’ die toen al met een revolver rondliepen, niet op die laatste Duitsers geschoten of ‘de bevrijding’ van Morkhoven was een bloedbad geworden.